FRYSLAN - Met het Noordwest-Europese Interreg-project PolliConnect zet de provincie Fryslân zich samen met Europese partners en Friese gebiedspartners in voor bestuivende insecten zoals wilde bijen, zweefvliegen en vlinders. Het project richt zich op het treffen van maatregelen in het landelijk gebied en het creëren van bloeiende verbindingen tussen natuurgebieden, om daarmee de populaties van wilde bestuivers te helpen herstellen. Daar ligt een belangrijke rol voor aangepast beheer van groene infrastructuur, zoals bermen.

Het aantal insecten – en dus ook de bestuivende insecten – neemt wereldwijd af. En dat vormt een bedreiging voor biodiversiteit, de veerkracht van natuurgebieden en voedselzekerheid. Leefgebieden van wilde bestuivers staan onder druk en zijn versnipperd. Bestuivers kunnen niet goed van de ene naar de andere plek komen. Daar speelt PolliConnect op in door onder andere in de zones tussen die leefgebieden maatregelen te treffen. Om zo te bouwen aan een landschap met biodiverse verbindingen voor de bestuivende insecten: een soort ‘nectarnetwerken’.

Living Labs in Fryslân

Onderdeel van PolliConnect zijn Living Labs. Daarin werken bewoners, boeren, bedrijven, organisaties en beleidsmakers samen om maatregelen voor wilde bestuivers te onderzoeken, uit te voeren en te bekijken wat dat oplevert. In totaal komen er acht Living Labs in zes landen binnen het project. Fryslân wordt ook zo'n Living Lab. Op dit moment onderzoekt de provincie met partijen welke locaties en welke projecten onderdeel kunnen zijn van het Friese Living Lab. Het kan bijvoorbeeld gaan om het aanleggen van bloemrijke verbindingen langs wegen of sloten, het anders beheren van bermen en oevers en het anders inrichten en beheren van akkers.

Het project loopt van 2025 tot 2029. Tijdens die periode worden de Living Labs gevolgd om vervolgens waardevolle inzichten en resultaten te delen met de Europese partners, maar ook met lokale gebiedspartijen.

PolliConnect wordt mede mogelijk gemaakt door het Interreg North-West Europe-programma.